Op de dag van het overlijden van Paus Franciscus waren wij, hoe toepasselijk, in Châteauneuf-du-Pape. Het dorpje is wereldberoemd om zijn wijnen, maar gold in de 14de eeuw als buitenverblijf van de paus die uit veiligheid een periode van ongeveer zeventig jaar in Avignon zetelde. Van het buitenverblijf staan tegenwoordig alleen nog een paar buitenmuren overeind. De wijnbouw staat echter sinds de pauselijke aanwezigheid nog steeds als een huis.
De reden? Châteauneuf geldt als de eerste AOC van Frankrijk. In 1936 beschreef men nauwkeurig welke druivensoorten mochten worden gebruikt, hoeveel druivenstokken per ha mochten worden aangeplant, welke gebieden tot de AOC behoorden, etc. Dit alles met als doel de kwaliteit van de wijn te garanderen. Een voor die tijd vooruitstrevende aanpak die tot op de dag van vandaag dit beroemde dorp zijn faam geeft.
Tijdens ons bezoek afgelopen april hadden we onze intrek genomen bij Danièle Raulet-Reynaud, een beroemde Franse meestersommelier en wijndocente, die veel zendingswerk heeft verricht in China en Japan als het op wijneducatie aankomt. Na een dinsdag die volgepland stond met afspraken bij wijnboeren over import en douanepapieren, had Danièle een mooie verrassing voor ons in petto: een proeverij, of beter, een masterclass, bij Jean Claude van Domaine du Banneret, gesticht in het respectabele jaar 1405. Domaine du Banneret omvat een kleine wijnmakerij midden in het dorpje, met voor Rhônebegrippen een eveneens kleine wijngaard van 5 ha. verdeeld over zeven wijngaarden.

Jean Claude had zijn sporen verdiend als architect. Maar toen er in de familie geen opvolging dreigde, besloot hij het roer om te gooien. Hij werd wijnboer. Hoongelach van collega’s viel hem te beurt, zoals dat zo vaak gaat. Maar hij liet zich niet van de wijs brengen. En zoals hij in zijn gedachten mooie gebouwen schetste, zo gaf hij ook zijn wijnen vorm. Elk jaar één rode en één witte. Meer niet. Het fundament waren mooie rijpe druiven vol fruittonen. Het cement frisse zuren en tannines die subtiel alles bij elkaar hielden. De afwerking zat in de houtlagering, waarbij gebruikte vaten zorgden voor elegantie en ingetogenheid. Eigenlijk zoals de maker zelf. Maar in bescheidenheid toonden de wijnen zich van uitzonderlijke klasse. Het is dan ook niet voor niks dat hij in de sterrenrestaurants van Frankrijk wordt geschonken. De witte Châteauneuf subtiel, complex, ingetogen met on-zuidelijke frisse zuren. De rode Châteauneuf kruidig, rijk en elegant als een Pinot Noir uit de Bourgogne.
Met iedere oudere jaargang die we proefden, werd de wijn complexer, alsof we bladzijden uit het dagboek van Jean Claude mochten lezen. Bijna achteloos maakte hij voor ons een proefmonster van de jaargang 2023 die nu op tank en vat lag. Een overheerlijke wijn. Mooi op dronk, maar met een prachtig bewaarpotentieel. We waren sprakeloos. Ook degenen in de groep die dat niet snel zijn.

Toen bladerden we terug in het dagboek en kwamen in een inktzwart jaar. 1997. Het jaar dat zijn zoon Jean François kwam te overlijden aan de gevolgen van kanker, 27 jaar jong. Eén vat had hij slechts gemaakt in dat jaar. En nooit verkocht. Bij binnenkomst waren we reeds gekeurd en waardig bevonden. We mochten proeven op voorspraak van Danièle. In de wetenschap dat de wijn inmiddels ouder was dan zijn zoon ooit heeft mogen worden, proefden we gekonfijt fruit, amandelen, hazelnoot, dadels en wat meer… We proefden een wijn die met een gebroken hart was gemaakt. Een hart dat nooit was geheeld.
Toen kwamen de verhalen.. Over hoe hij had gediend bij de Franse commando’s, over Jean François die was afgestudeerd aan de militaire academie, over hoe Danièle ooit was opgeleid tot flight nurse bij het Croix Rouge, over dat wij veteraan waren, over de zorgen van twee tachtig plussers over de wereld van nu en het verdriet van Jean Claude om wat nooit heeft mogen zijn.
Iets zei mij dat zijn dagboek zich sluit op het moment dat hij de laatste slok heeft genomen, het vat uit 1997 leeg is en de levenswijn is gedronken.
